banner header03

Zorginstituut: ‘zet hulpmiddelen in om wijkverpleging toegankelijk te houden’

De schaarste in de wijkverpleging kan worden verminderd door passender inzet van wijkverpleging. Deze zorg kan slimmer worden ingezet en georganiseerd door meer gebruik te maken van hulpmiddelen en het overdragen van zorgtaken aan helpenden, aldus Zorginstituut Nederland.

Als we wijkverpleging meer passend inzetten, kunnen we voorkomen dat er minder wijkverpleging uit het basispakket vergoed wordt. Wanneer alle partijen zich hiervoor inzetten, kan wijkverpleging toegankelijk blijven voor iedereen die dat nodig heeft. Dit schrijft Zorginstituut Nederland in het advies ‘Verdeling van schaarste in de wijkverpleging’, dat op 2 november is overhandigd aan demissionair minister Helder van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS).

Het Zorginstituut adviseert maximaal in te zetten op passende zorg en passende inzet van wijkverpleging om schaars zorgpersoneel beter te kunnen verdelen. De indicatiestelling door de wijkverpleegkundige is hiervoor een belangrijk instrument: hiermee wordt bepaald hoeveel en welke zorg een cliënt nodig heeft. De wijkverpleegkundige kijkt ook of (digitale) hulpmiddelen kunnen worden ingezet, zodat mensen zelfredzamer worden en er minder zorg nodig is. Voorbeelden zijn een medicijndispenser, druppelbril of digitaal alarm dat afgaat door bewegingssensoren.

Inzet van digitale zorg en hulpmiddelen

Een wijkverpleegkundige beoordeelt bij het indiceren volgens het Normenkader of iemand is geholpen met digitale zorg of een hulpmiddel. Digitale zorg kan bestaan uit zorg met technologische middelen, beeldbellen of alarmeringsmiddelen die afgaan door sensors. Als de digitale vorm voldoet bij een cliënt, dan heeft deze geen aanspraak op een fysieke vorm van zorg voor dezelfde zorgbehoefte.

Op verzoek van het Zorginstituut heeft Gupta Strategists onderzoek gedaan naar de impact van de inzet van hulpmiddelen en digitale zorg binnen de wijkverpleging. Het onderzoek richtte zich op 10 maatregelen die al door verschillende zorgaanbieders in de praktijk worden ingezet. Voor de onderzochte 10 arbeidsbesparende maatregelen geldt dat de meeste effecten te verwachten zijn met een oogdruppelbril, medicijndispenser, passend steunkoushulpmiddel en een hulpmiddel voor ondersteuning van dagstructuur, valt te lezen in het advies. Naar aanleiding van de ‘Beter Doen’ lijst is ook het verzorgend wassen meengenomen als arbeidsbesparende maatregel.

In totaal kan er per jaar ongeveer 1.250 fte worden bespaard als deze maatregelen breed worden uitgevoerd. De geschatte 1.250 fte arbeidsbesparing is ongeveer 1,5 procent van de totale fte’s in de wijkverpleging (80.000 fte in totaal). Het ligt in de lijn van de verwachting dat het gebruik van nieuwe hulpmiddelen ook weer besparingen zullen opleveren, aldus het advies.

Bron: Zorginstituut Nederland